De Nederlandse Kleurtraditie
De Nederlandse benadering van kleur is diep geworteld in onze culturele geschiedenis. Beginnend bij de 17e-eeuwse Nederlandse meesters die met subtiele kleurpaletten werkten, tot aan de revolutionaire beweging De Stijl in de vroege 20e eeuw die primaire kleuren (rood, blauw en geel) combineerde met zwart, wit en grijs. Deze erfenis vormt nog steeds de basis voor wat we nu kennen als Dutch Design.
Kenmerkend voor de Nederlandse kleurtheorie is het pragmatische gebruik van kleur. Waar andere tradities soms neigen naar overdaad, kiest de Nederlandse ontwerper vaak voor een doordachte beperking. Dit komt voort uit onze calvinistische achtergrond, maar ook uit praktische overwegingen: een beperkt kleurenpalet is vaak krachtiger in communicatie en maakt ontwerpen tijdlozer.
Piet Mondriaan, Gerrit Rietveld en Theo van Doesburg legden met hun werk de basis voor een kleurgebruik dat functionaliteit voorop stelt. Hun invloed is nog altijd zichtbaar in het werk van hedendaagse Nederlandse ontwerpers als Irma Boom, Wim Crouwel en studio Droog Design, die kleur gebruiken als een strategisch communicatiemiddel in plaats van louter decoratie.